Adoptie in Nederland
Algemene terugblik
Adoptie van kinderen is al zo oud als de mensheid. Het Romeinse Rijk kende van 96 tot 180 AD zelfs vijf adoptiekeizers, bij gebrek aan mannelijke troonopvolgers. In Nederland werd adoptie pas in 1956 wettelijk geregeld. Waren het aanvankelijk vooral Nederlandse en Europese adoptiekinderen, in de jaren ‘70 brachten de hartverscheurende tv-beelden over de situatie van Vietnamese oorlogswezen en gemengdbloedige Zuid-Koreaanse kinderen een golf van medeleven teweeg. Interlandelijke adoptie kwam voor velen in beeld en werd in de media een steeds weer terugkerend belangrijk onderwerp. Waren het aanvankelijk vooral de hartverscheurende reportages over arme weeskinderen, in de jaren 80 werden die gevolgd door verhalen in de media over moeizaam verlopende en zelfs mislukte adopties. Enthousiast opgerichte adoptieorganisaties realiseerden zich dat ‘liefde alleen’ niet voldoende was. De roze wolk rond adoptie begon te verbleken. In de jaren ’90 lieten geadopteerden zelf voor het eerst duidelijk van zich horen. Talloze verenigingen werden opgericht, meestal gebonden aan het land van herkomst. De pijnlijke kant van adoptie, zowel voor de eersteouder(s) als voor de geadopteerde kwam duidelijker voor het voetlicht. In de media verschenen berichten over misstanden bij sommige buitenlandse adoptiebemiddelaars; er werd zelfs over kinderhandel gesproken. Voor adoptieouders die zich met hart en ziel voor hun kinderen inzetten, waren dit pijnlijke berichten. Het onbevangen idealisme van de jaren 70 heeft plaatsgemaakt voor een kritisch realisme.
Boek geschiedenis adoptie in Nederland
Kinderen die niet konden blijven. Zestig jaar adoptie in beeld
In het eerste boek over de geschiedenis van adoptie in Nederland vertelt René Hoksbergen, aan de hand van vijf generaties adoptieouders en twee generaties geadopteerden, alles wat zich in de afgelopen zestig jaar heeft afgespeeld. Het is een roerige geschiedenis. We zien een enorme wisseling in het aantal verzoeken om een kind te adopteren en in het aantal geplaatste adoptiekinderen. Helder wordt geanalyseerd waarom Nederlandse adopties bijna niet meer bestaan en de interlandelijke adoptie vanaf beginjaren zeventig zo belangrijk is. Er is aandacht voor adoptiemotieven en –meningen, gezinsproblemen, identiteit en hechting, onderzoeksresultaten, procedures en regelgeving, de vele adoptieorganisaties, projecthulp, misstanden en nog veel meer. Ook de verborgen adoptie bij toepassing van moderne voortplantingstechnieken komt aan bod. De cijfermatige veranderingen van de afgelopen zes decennia in de belangstelling voor adoptie, in het aantal adopties en de betrokken landen, zijn spectaculair. De auteur schetst een uniek beeld van dit belangrijke maatschappelijke fenomeen dat ook internationaal nog volop in beweging is. Het historische verhaal wordt voorzien van toepasselijke persoonlijke verhalen.
Lezing boekpresentatie 27 mei 2011, Prof. Dr. René Hoksbergen
Op 27 mei 2011 heeft René Hokbergen zijn nieuwe boek over de geschiedenis van de Nederlandse adoptie gepresenteerd: ”Kinderen die niet konden blijven. Zestig jaar adoptie in beeld.”
Dank voor de komst van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven, de vertegenwoordigers van het bestuur van de Universiteit Utrecht en de Faculteit Sociale Wetenschappen en al die oude bekenden uit de adoptiewereld van wie ik er velen op de een of andere manier de laatste decennia heb ontmoet: de vele adoptieouders, geadopteerden, afstandsouders, hulpverleners en beleidsmensen.
U vraagt zich misschien af waarom ik dit boek nu heb geschreven? Daarvoor is een flink aantal redenen:
1 Het werd tijd dat er eens uitgebreid over de geschiedenis van een belangrijk maatschappelijk fenomeen ‘adoptie van kinderen’ geschreven werd.
Waarom zeg ik ‘belangrijk’?
– Het gaat om een betrekkelijk unieke wijze van gezinsvorming waarvan sinds de jaren zeventig het taboekarakter grotendeels lijkt te zijn verdwenen.
– Adoptie geeft regelmatig tot heftige discussies aanleiding. Het raakt kennelijk vele mensen ten diepste in hun persoonlijk leven.
– De media blijken er steeds maar weer grote belangstelling voor te hebben.
2 Ik moest niet te lang meer wachten. De voor de adoptiegeschiedenis belangrijkste prominenten raken op leeftijd en zij waren beslist nodig om de historische analyse zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te brengen. Velen van hen heb ik gelukkig de afgelopen twee jaar uitgebreid kunnen spreken. Ik denk met veel waardering terug aan de langdurige gesprekken. Hun medewerking en openheid waren nuttig en hartverwarmend.
3 De leeftijdskwestie geldt natuurlijk ook voor mij. De intensieve en veelzijdige bemoeienissen van mijn echtgenote Erica en mij met het adoptieveld bestrijken al meer dan veertig jaar. Ik bleek echter nog energiek genoeg om tot dit, door sommigen als naslagwerk getypeerd, omvangrijke boekwerk te komen.
4 Ik meende ook een wetenschappelijke verplichting te hebben. De Universiteit Utrecht en de Faculteit Sociale Wetenschappen hebben mijn wetenschappelijke en praktische aandacht voor adoptie immers al die jaren mogelijk gemaakt. Dan past het om tenminste zoiets als een overview achter te laten en de kennis niet verloren te laten gaan.
5 Ik wilde voor geadopteerden, afstandsouders, adoptieouders en hulpverleners een boekwerk maken waar zij in hun leven wat aan kunnen hebben. Daarom is er veel aandacht voor de persoonlijke en psychologische gevolgen voor het kind om afgestaan te zijn en op te groeien in een geheel ander gezin. Is er aandacht voor de gevolgen voor zijn eersteouders; aandacht voor de nieuwe ouders: adoptieouders weten zich immers met de niet-eenvoudige taak belast het kind een nieuwe toekomst te geven. Begrippen als identiteit en hechting, effecten van gescheiden te worden van de eersteouders, van verwaarlozing en mishandeling in het land van herkomst soms, krijgen ruime aandacht. En de behoefte van geadopteerde om later meer over zijn achtergrond te weten, zijn eerste familie misschien te vinden. De kritische vragen die bij de gang van zaken rond de adoptie van een buitenlands kind bijna onvermijdelijk worden opgeroepen, zijn eveneens belangrijke onderwerpen in het boek.
6 Als er gebruik wordt gemaakt van een donor, beschouw ik dit als ‘verborgen adoptie’. Het kind is dan immers geheel of gedeeltelijk niet-biologisch verwant aan de wensouders. Aan de verzorging en opvoeding van deze kinderen zijn bijzondere psychologische en praktische aspecten verbonden. Sommige daarvan zijn vergelijkbaar met die van adoptiekinderen. Ik vond het gewenst ook aan de moderne voortplanting de nodige aandacht te besteden.
Nu lijkt het niet eenvoudig om over een tijdsspanne van zestig jaar een helder overzicht en analyse te maken. Daarbij zijn veranderingen in het adoptieveld nauw verbonden met psychosociale ontwikkelingen in de samenleving. Laat ik één voorbeeld geven. De bijstandswet van 1965 maakte het de alleenstaande moeder mogelijk zelf voor haar kind te zorgen. We zien dan ook in de jaren daarna een sterke daling van het aantal afgestane kinderen.
De veranderingen in de afgelopen decennia volgden patronen die het mogelijk maakten om generaties van adoptieouders en geadopteerden te onderscheiden. Ik zal dit nu verder uitwerken.
Klik hier voor de volledige PowerPoint presentatie
PowerPoint dia’s:
Vijf generaties adoptieouders
Twee generaties geadopteerden
Nederlandse en buitenlandse adopties 1957-2010 (grafiek)
Verzoeken en Intrekkingen 1970-2010 (grafiek)
Verandering van Azië naar Afrika/Europa
Adoptie in Nederland (waar de kinderen in 2010 vandaan komen)
Waarom spectaculaire vermindering Nederlands afgestane kinderen?
Huidige Trends
Buitenlandse adopties in USA
Traditioneel gesloten generatie, adopties vóór 1970
Open-idealistische generatie, 1970-1981
Sociale veranderingen
Effecten van de sociale veranderingen
Materialistisch-realistische generatie, 1981-1991
De eerste generatie geadopteerden ‘De stille generatie’
De voorbereid/ optimistisch/eisende generatie, 1991-2005
De vijfde generatie: zich bewust van tegenstrijdigheden, 2005-…..
De tweede generatie geadopteerden laat van zich horen, 1990-….
Ontwikkeling geadopteerden
In het laatste hoofdstuk van mijn boek geef ik wat voorstellen voor veranderingen. Ik noem er hier enkele van:
– Neem het recht op kennis van de genetische herkomst op in de Nederlandse Grondwet, inclusief controlemogelijkheden voor naleving van dit grondrecht.
– Start internationaal de discussie over het bewaren en beschikbaar stellen van achtergrondgegevens van geadopteerden en anderen die niet bij hun eerste- of biologische ouders opgroeien.
– Geef kinderen die gescheiden zijn geplaatst, ook die via embryoadoptie zijn verwekt, een wettelijk vastgelegd recht op omgang met elkaar
– Voer de zwakke adoptie in.
– Richt in ons land een centraal orgaan op waar gegevens worden bewaard van en verstrekt aan mensen die niet zijn opgegroeid bij hun biologische ouders.
– Voer, net als bij de voorbereiding, na aankomst van het adoptiekind de verplichte nazorg in.
– Laat voor alle Nederlandse aspirant-adoptieouders, ook die met twee nationaliteiten, dezelfde voorwaarden en procedures gelden voor de adoptie van een kind.
Tot slot: er kan over adoptie van een buitenlands kind veel worden gezegd. Laat ik echter afsluiten met mijn grote waardering en respect uit te spreken voor al die adoptieouders die zich met grote kracht, betrokkenheid en liefde inzetten voor hun kinderen. Voor het overgrote deel van onze bijna 40.000 buitenlandse adoptiekinderen is het déze inzet die de opvoeding in een liefdevol gezin mogelijk maakte.
Dank voor Uw aandacht.
René Hoksbergen