Aantal buitenlandse adopties daalt in 2016 nog verder
Het aantal buitenlandse adoptiekinderen dat naar Nederland komt is in 2016 nog sterker gedaald dan in de jaren daarvoor. Kwamen er in 2015 nog 304 kinderen, in 2016 was hun aantal teruggelopen tot 214, bijna 30% minder. Deze dalende trend is al een aantal jaren gaande. Het is niet een specifiek Nederlands verschijnsel. Wereldwijd daalt het aantal naar het buitenland geadopteerde kinderen duidelijk. Toenemende economische welvaart in de zendende landen, groeiende binnenlandse adoptie aldaar en mogelijk ook het besef dat een land in de eerste plaats zelf voor zijn kinderen moet proberen te zorgen, spelen een rol in dit proces.
Het aantal verzoeken ter verkrijging van een beginseltoestemming daalde niet. Het was met 717 verzoeken zelfs hoger van in 2015, terwijl het aantal intrekkingen van het verzoek, 173 in getal, lager was dan in 2015.
De daling doet zich vooral voor bij de Vereniging Wereldkinderen en de Stichting Kind en Toekomst.
Bij WK Iiep het aantal bemiddelde kinderen terug van 110 in 2015 tot 64 in 2016, bij Kind en Toekomst van 70 naar 50. Maar ook de Stichting A New Way, die alleen kinderen uit de USA naar Nederland brengt, zag hun aantal teruglopen van 35 naar 20. De werkzaamheden van de Stichting Afrika, die in 2015 nog bemiddelde voor 8 kinderen, zijn overgenomen door Wereldkinderen. Er zijn nu nog 5 vergunninghouders. Wereldkinderen heeft zich inmiddels aangepast aan de veranderde omstandigheden. De staf is verkleind en het bureau is verhuisd naar een andere locatie.
Landen van herkomst
Uit de cijfers die de Stichting Adoptievoorzieningen over 2016 publiceerde, kunnen we opmaken dat China, met 58 kinderen, nog steeds het belangrijkste zendende land is, maar dat het aantal sinds 2015, toen het nog 100 was, toch ook sterk is teruggelopen. Behalve uit de Filippijnen, Thailand en Taiwan, met resp. 8, 13 en 19 kinderen, komen er verder uit Azië nauwelijks nog kinderen.
Van de Amerikaanse landen zijn de USA de grootste, gevolgd door Haïti, Nicaragua en Colombia, die elk 5 of minder kinderen stuurden.
Het aantal uit Afrika geadopteerden loopt ook terug, van 73 in 2015 tot 42 in 2016. Vooral het kleinere aantal kinderen uit Zuid-Afrika en het wegvallen van Ethiopië en Kenia zijn daarvoor verantwoordelijk.
Opvallend genoeg zien we geen teruggang in het aantal kinderen dat uit Europese landen kwam. Net als in 2015 waren het er 36. Met name Bulgarije en Hongarije spelen hierbij de belangrijkste rol.
Het aantal verzoeken ter verkrijging van een beginseltoestemming daalde niet. Het was met 717 verzoeken zelfs hoger van in 2015, terwijl het aantal intrekkingen van het verzoek, 173 in getal, lager was dan in 2015.
De daling doet zich vooral voor bij de Vereniging Wereldkinderen en de Stichting Kind en Toekomst.
Bij WK Iiep het aantal bemiddelde kinderen terug van 110 in 2015 tot 64 in 2016, bij Kind en Toekomst van 70 naar 50. Maar ook de Stichting A New Way, die alleen kinderen uit de USA naar Nederland brengt, zag hun aantal teruglopen van 35 naar 20. De werkzaamheden van de Stichting Afrika, die in 2015 nog bemiddelde voor 8 kinderen, zijn overgenomen door Wereldkinderen. Er zijn nu nog 5 vergunninghouders. Wereldkinderen heeft zich inmiddels aangepast aan de veranderde omstandigheden. De staf is verkleind en het bureau is verhuisd naar een andere locatie.
Landen van herkomst
Uit de cijfers die de Stichting Adoptievoorzieningen over 2016 publiceerde, kunnen we opmaken dat China, met 58 kinderen, nog steeds het belangrijkste zendende land is, maar dat het aantal sinds 2015, toen het nog 100 was, toch ook sterk is teruggelopen. Behalve uit de Filippijnen, Thailand en Taiwan, met resp. 8, 13 en 19 kinderen, komen er verder uit Azië nauwelijks nog kinderen.
Van de Amerikaanse landen zijn de USA de grootste, gevolgd door Haïti, Nicaragua en Colombia, die elk 5 of minder kinderen stuurden.
Het aantal uit Afrika geadopteerden loopt ook terug, van 73 in 2015 tot 42 in 2016. Vooral het kleinere aantal kinderen uit Zuid-Afrika en het wegvallen van Ethiopië en Kenia zijn daarvoor verantwoordelijk.
Opvallend genoeg zien we geen teruggang in het aantal kinderen dat uit Europese landen kwam. Net als in 2015 waren het er 36. Met name Bulgarije en Hongarije spelen hierbij de belangrijkste rol.